De Universiteit van Amsterdam (UvA) bestaat sinds 1632 als het Athenaeum Illustre – de illustere school – die gevestigd was in de Agnietenkapel. Toen hielden Casparus Barlaeus en Gerardus Vossius hun inaugurele redes. In 1815 volgde wettelijke erkenning van het Athenaeum Illustre als instelling van hoger onderwijs. Pas in 1877 werd het Athenaeum omgevormd tot een gemeentelijke universiteit, en kreeg het ook het promotierecht.
De hoogleraren werden oorspronkelijk door het bestuur van Amsterdam benoemd. De Amsterdamse burgemeester was voorzitter van het universiteitsbestuur tot 1961. Vanaf dat moment werd de rijksoverheid verantwoordelijk voor de financiën. De Universiteit van Amsterdam kwam landelijk in het nieuws in 1969. Toen werd het Maagdenhuis, het bestuurlijk centrum van de universiteit op het Spui, door studenten bezet omdat zij meer democratische invloed wilden hebben. Gedurende de jaren zestig, zeventig en tachtig is de Universiteit van Amsterdam vaak het centrum geweest van landelijke studentenacties, in veel gevallen aangezet door de ASVA.
De UvA is een van de grootste Nederlandse universiteiten en vrijwel alle studierichtingen kunnen er worden gevolgd. Momenteel telt de UvA zo’n 28.000 studenten en ruim 5.000 personeelsleden. Er zijn 7 faculteiten. Culturele Antropologie en Niet-westerse Sociologie is aangesloten bij de Faculteit Maatschappij en Gedragwetenschappen (FMG).
(Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Universiteit_van_Amsterdam)